KVS

Vechten tegen veronachtzaming

We reflecteren over scherpe randen en zachte contouren van zorg in onze maatschappij. En de strijd tegen veronachtzaming. Wij, theatermakers Lisaboa Houbrechts, Barbara T’Jonck en Martha Balthazar, KVS dramaturge Dina Dooreman, en ik, Anna Luyten (filosoof en dramaturge). 

Barbara T’Jonck en Martha Balthazar, die eerder al samenwerkten aan Boerenpsalm, maken op dit moment Rustoord, een voorstelling over zorg en ouderdom. Dat doen ze ook deze keer samen met Jana De Kockere en Mats Vandroogenbroeck. De voorbije weken gingen ze op zoek naar twee acteurs van een oudere generatie om hen voor deze voorstelling te vervoegen. Dat werden Mieke Verdin en Mark Verstraete. Hun stuk vertrekt vanuit interviews en observaties in woonzorgcentra. 

Lisaboa Houbrechts, komt net uit Hannover waar ze de laatste hand legt aan de operaregie van Orfeo en Euridice. In haar hoofd leven al de contouren van de voorstelling Moeder Courage (en haar kinderen), een anti-oorlogsstuk dat Bertolt Brecht in 1939 schreef toen hij in Scandinavië in ballingschap leefde. Het is een episch verweer tegen het nazisme, een vingerwijzing naar zij die profijt halen uit de oorlog. Maar evengoed een verhaal van een vrouw in wie een strijd woedt tussen haar handelsgeest en moedershart.

Anna: “Vanuit de verschillen maken jullie samen een nieuwe wereld. Jullie werken beiden vanuit mensen met verschillende invalshoeken, leeftijden en achtergronden.” 

Martha: “We interviewen en onderzoeken met de nieuwsgierige blik van een leek en doen dat breed: zowel de bewoners als hun familie. Daarnaast lopen we de hiërarchische ladder van het personeel af: directeurs, managers, aandeelhouders, investeerders, mensen die het eten maken, verzorgers, psychologen. De mensen die eraan verdienen en zij die eraan verliezen. De chronologie van onze interviews is verweven met de chronologie van onze ontmoetingen. We weten dus nog niet waar we uiteindelijk willen en zullen uitkomen.”

Barbara: “Onze verblijven in woonzorgcentra vormen het startpunt. Maar we kijken ook naar mantelzorgers of thuishulp. We willen een belichaamde inkijk in de zorg. Wanneer we na de onderzoeksperiode richting de concrete voorstelling werken, starten we met het beluisteren van al het verzamelde materiaal, dat we vervolgens redigeren en samenbrengen in één montage. Daarin blijven we dicht bij de stemmen die we spraken.”

Lisaboa: “Moeder Courage en haar kinderen is een repertoirestuk. De erven van Brecht eisen dat je de tekst in de oorspronkelijke versie brengt. Toevoegen mag niet, schrappen wel. Ik zoek naar de betekenis van repertoire in deze tijd. De vrijheid ligt in de manier waarop je het op scène brengt en hoe en welke mensen het spelen. Wij belichamen het verhaal van Moeder Courage met een intergenerationele en diverse cast.”

Lisaboa: “Moeder Courage is een fabel over kwetsbaarheid en manieren van verweer in een oorlog. Ze reist met haar twee zonen en dochter in het zog van de troepen aan het front. De kinderen zijn van drie verschillende mannen, vaders die uit beeld verdwenen. Ze verkoopt dagelijkse waren aan gewone soldaten. Ze zegeviert in de winsteconomie van de oorlog. Wanneer de vrede aanbreekt, dreigt voor haar de crisis. Maar zij verliest haar kinderen aan diezelfde oorlog. Haar kar draagt een schat aan symboliek: het is een externe baarmoeder én een soort oorlogsgezwel.”

Dina: “Het politieke van Brecht zit in de vervreemdende spelwijze. Hij creëerde een tactiek van afstandelijkheid tussen spel en publiek. Hij zorgde ervoor dat je niet meeleeft maar het stuk mee naar huis neemt, dat je er over moet nadenken.”

Martha: “Ik kan me voorstellen dat Brecht dezelfde idealen had als wij in ons theater, we vertellen een maatschappelijk urgent verhaal, we schuwen het niet om politiek theater te maken. Toch kiezen we voor een hele andere methodiek. Wat maakt een voorstelling ‘sociaal’ en wat is het verschil tussen het maken van documentair en sociaal realistisch theater?”

Barbara: “Toch is de voorstelling geen plek van oordelen maar van reflectie en luisteren. We brengen mensen samen rond een vraag. We nemen het engagement op door te tonen wat theater nog kan doen: een in de samenleving vastgeroest gesprek mogelijk maken. Hoewel we geen hapklaar antwoord of oplossing willen presenteren, is ons theatraal opzet juist daarin politiek.”

Lisaboa: “Samen maken: dat is het sterke van theater. In het zoeken naar een ruimte van vertrouwen en manieren van spreken, gebeurt er altijd iets bijzonders. Het is bijzonder om te werken met een gevierde actrice als Lubna Azabal, of de Congolese Boule Mpanya die veel danservaring heeft maar voor het eerst teksttheater maakt, naast Aydin Isleyen, een Koerdische jongen die ik in Athene ontmoette, nog nooit geacteerd heeft en voor het eerst naar België komt. Ik bouw esthetische werelden. Het kader is helder. Maar de acteurs voegen er altijd iets aan toe vanuit hun persoon.”

Barbara: “Wij staan met vier op scène, Mats en ik, samen met Mark Verstraete en Mieke Verdin. Twee acteurs uit een andere generatie. We wilden het intergenerationele gesprek alvast mee op scène nemen.” 

Martha: “Onze verbeelding over oud worden loopt spaak. De maatschappelijke collectieve verbeelding ook. De blackbox is een ruimte om die beperkte verbeelding open te breken.”

Anna: “Hoe leeft zorg bij Brecht? Is Moeder Courage zorgzaam of houdt haar omgeving haar uiteindelijk overeind?”

Lisaboa: “Dat is de grote vraag. Moeder Courage sluit een vriendschap met de bezetter. De agressor is nooit eenzijdig agressor. Er zit een ambiguïteit in wie zorg nodig heeft. De kinderen zijn niet noodzakelijk zorgbehoevend. Haar lievelingszoon is uiterst agressief tegen de boeren. Vrouwen en liefde, seksualiteit, misbruik… Moeder Courage neemt die geschiedenissen mee op sleeptouw.”

Dina: “Brecht stelt het idee van moederzorg in vraag. Moeder Courage is atypisch vrouwelijk, daarom hebben mensen moeite met haar. Wat haar zo boeiend maakt, is dat ze niet op een klassieke manier zorgt. Ze is meer met haar handelspraktijk bezig. Ze wordt altijd geportretteerd als een ruwe, wat robuuste vrouw, zonder zachte eigenschappen. Het roept bij mij de vraag op: hoe kijken wij naar een moeder? Ze is een hedendaagse vrouw. Het is een vrouw die onder druk staat omdat ze zich tot zoveel verschillende situaties moet verhouden.”

Anna: “Zorg legt de wankelheid van het ideale bloot: het ideale moederbeeld, de ideale familie, de ideale jeugd.”

Barbara: “In ouderenzorg merk je meteen dat de spanning tussen vrijheid, zorg en disciplinering groot is. Hoe laat je iemand voor je zorgen zonder dat het voelt alsof je moet inboeten aan persoonlijke vrijheid? Hoe zorg je voor iemand zonder dat het autoritair overkomt? Het kan, maar in de meeste woonzorgcentra zit die zorg vast in strakke schema’s: vaste tijden voor wassen, eten, slapen… De zorgrelatie is nauwelijks nog een menselijk-dialogerende relatie waar ruimte is om de ambiguïteit tussen ontvanger en verzorger samen uit te zoeken.”

Martha: “Binnen een bureaucratisch en gecommercialiseerd systeem krijgt zorg scherpe kanten. De samenleving heeft baat bij andere vormen van zorg. Net zoals in de jeugdzorg waar men al jaren op zoek is naar interessante zorgalternatieven, kan dat voor ouderenzorg ook.”

Barbara: “Wat je sterk voelt in onze ouderenzorg is dat de angst voor het niet-normatieve in lichamelijk en geestelijk opzicht, er diep inzit. Wij vinden het zo dieptriest om iemand te zien die zogenaamd ‘normale’ dingen niet of niet meer kan. Ouderdom voelt daardoor als een tragedie en ouderenzorg als een treurig iets. Dat idee van gezondheid en geluk staat ons in de weg om echt voor elkaar te zorgen. Daarom dat we Rustoord ook benaderen als een coming of age, ouder worden als iets waarin we blijven groeien, kunnen blijven exploreren.”

Dina: “Hoe denken wij dan voor oudere mensen te kunnen zorgen als dat voor ons de mensen zijn die niet perfect zijn en niet binnen ons wereldbeeld passen? We moeten ook weer leren zorgen.”

Martha: “Die zorg tussen ouderen en jongeren was vroeger ook veel meer wederzijds. Hoe mooi het is om afhankelijk te zijn en zorg te dragen voor elkaar, zo lelijk wordt het als die afhankelijkheid maar één kant uitgaat. Alsof je in het voor je laten zorgen, iemand de macht geeft om de verantwoordelijkheid over je leven op te eisen.”

Martha: “Het is ook belangrijk te vertellen hoe veel te leren valt uit de ouderenzorg. Ondanks de maatschappelijk precaire kaders voel je de energie van mensen die het moeilijke maar mooie werk doen.Iemand vertelde mij bijvoorbeeld over de kracht van aanrakingen, hoe dat het elementaire aan zorg wordt wanneer iemand niet meer goed kan spreken.”

Lisaboa: “In Moeder Courage zit iets gelijkaardigs aan jullie verhaal over de woonzorgcentra. Het is een ‘mini-samenleving’. Ze moeten leren gedijen in crisissituaties en de voortdurende confrontatie met de dood. Machtsmisbruik kan zich makkelijker manifesteren in een situatie waar de dood loert. In overlevingsmodus breekt de nood wet, de moraal krijgt rek.”

Anna: “In oorlog, in crisissituaties, kruipt de mot in het weefsel van relaties. Dat weefsel telkens vernieuwen en herstellen, is ook een vorm van zorgen.”

Martha: “De omgeving van Moeder Courage voelt als een bende misfits, die onderweg zijn. Na jaren oorlog, hangt iedereen met haken en ogen aan elkaar.” 

Lisaboa: “Ze doen me vaak denken aan een rondreizend circus. Daarin zijn andere manieren om voor elkaar te zorgen.” 

Barbara: “We zijn allemaal deel van het maatschappelijk weefsel, waaraan we zelf mee vorm geven. Tot nu toe halen we, in ouderenzorg, mensen uit hun woonweefsel en verplanten ze naar een plek waarin ze opnieuw moeten aarden. Al experimenteert men ook met projecten waarin men nadenkt over wat het betekent een gemeenschap te vormen waarin je oud kan worden. We kunnen werken aan een ander wereldbeeld waarin we onze omgeving, de buren, vrienden meer zorgbetekenis en aandacht geven.”

Anna: “Moeder Courage, hoe alleen achtergebleven ook, blijft aan die kar trekken… “

Lisaboa: “Altijd in diezelfde groef die heet: ‘We gaan vooruit...’”

Anna: “Is dat ook de kracht of tragedie van het verplegend personeel?”

Martha: “Iedere verzorger die binnen zo'n systeem werkt, onder druk staat en voor zoveel mensen verantwoordelijkheid draagt, maar toch die agency durft te geven aan een zorgbehoevende en het zich daardoor niet makkelijker maar wel menselijker maakt dat is echt inspirerend, en moedig. ” 

Anna Luyten