Het is 1632; het vroegmoderne Frankrijk is volop aan het herstellen van de pestepidemieën en godsdienstoorlogen die overal in het land chaos, hongersnood en verdeeldheid zaaiden. Al geruime tijd drijft de Katholieke Kerk als reactie op de Protestantse Reformatie de controle op en voert een zuivering van het geloof en zijn onderdanen door. Kardinaal de Richelieu, op dat moment de eerste minister van Frankrijk, strijdt in naam van koning Lodewijk XIII tegen onafhankelijke binnenlandse facties die een machtige gecentraliseerde staat belemmeren.
In hetzelfde jaar wordt de Franse stad Loudun opgeschrikt door een golf van demonische massahysterie. De non Jeanne des Anges — moeder-overste van het Ursulinenklooster in de stad — beweert bezeten te zijn door de duivel. Al snel raken haar 17 medezusters besmet door eenzelfde demon. De nonnen wijzen de progressieve, seksueel promiscue priester Urbain Grandier aan als schuldige. De welbespraakte pater jezuïet was op dat moment reeds persona non grata aan het hof in Parijs, na zijn verzet tegen de afbraak van de stadsmuren; een staatsopdracht waarvoor commissaris Jean Martin de Laubardemont werd aangesteld. Op vraag van Richelieu onderzoekt Laubardemont de demonische zaak verder in een poging om Grandier monddood te maken. Na een hardvochtig (schijn)proces belandt de priester uiteindelijk op de brandstapel.
Al eeuwenlang buigen romanciers en historici zich over de bezetenheid van Loudun. Filosoof Michel De Certeau omschreef de bizarre gebeurtenissen als een complex staaltje politiek theater: ‘De duiveluitdrijvingen transformeerden tot een groots publiek proces: een confrontatie tussen geloof en wetenschap, een debat over wat zeker is en onzeker, over rede, over het bovennatuurlijke en autoriteit. Het was een ‘theater’ dat nieuwsgierigen aantrok uit heel Europa.’
De zaak Loudun resoneert volgens Krapp op bijzondere wijze met de eigen tijd waarin politieke paranoia, complotdenken en religieuze retoriek steeds vaker worden ingezet als mediagenieke strategieën om maatschappelijke minderheden te framen én verbranden. Het proces duwde alle betrokken partijen in een specifieke, theatrale rol die zowel emanciperend als vernietigend kon werken. Zowel de bezeten nonnen als de beklaagde Grandier werden in die zin acteurs in een groots opgezet politiek toneel dat zich boog over gloednieuwe maatschappelijke vragen.
De gebeurtenissen in Loudun tonen haarscherp aan hoe nieuwe denkbeelden vaak hand in hand gaan met reactionaire opwellingen. Net in een tijd van grootse transitie — van wetenschappelijke revolutie en beginnend verlichtingsdenken — doemden de vergeten duivels weer op; sterker, machtiger én conservatiever dan ooit.
Urbain Grandier, die zich openlijk uitsprak tegen het priesterlijk celibaat en fel tekeer ging tegen het autoritaire bewind van het Franse koningshuis, werd gereduceerd tot een diabolische tovenaar. En in een tijd waarin vrouwen systematisch onderdrukt werden, waarin heksenverbrandingen en feminicide hoogtij vierden, moesten de bezeten zusters de rol van (mannelijke) demon aannemen om ‘veilig’ te ventileren over hun permanente staat van oppressie. Hoewel ‘bezetenheid’ traditioneel wordt gezien als een staat van totaal controleverlies, noemt De Certeau de demonische possessie van de betrokken nonnen ook ‘een rebellie van de Amazones’. De bezetenheid is volgens hem evengoed ‘een opstand van vrouwen: vrouwen die agressief en provocatief zijn, en via de exorcismes voor het eerst hun meest onderdrukte verlangens en noden kunnen communiceren.’
Met De Duivels / Les Diables neemt Nona Demey Gallagher de regie in handen. Timo Sterckx speelt de rol van Urbain Grandier. Mats Vandroogenbroeck schreef een nieuwe theatertekst op basis van historisch materiaal, gaande van romans en processtukken tot getuigenissen van toehoorders, duiveluitdrijvers, slachtoffers en beklaagden. Ook verschillende fictieve zijlijnen werden doorheen het verhaal geweven, onder meer geïnspireerd door het onderzoek van academica Silvia Federici, om de complexe beweegredenen van de vrouwelijke personages actiever naar voren te brengen. De Duivels / Les Diables is de derde voorstelling van Krapp. Ze maakten ook Weird Tales (2021) en Through The Looking-Glass (and what we found there) (2019).
Mats Vandroogenbroeck (°1993, hij/hem) is acteur, theatermaker en schrijver, met een opleiding geschiedenis aan UGent en drama aan het KASK.
Mats werkte reeds als speler en maker bij o.a. de Kopergietery, studio ORKA, Blauwhuis, Malpertuis, Compagnie de Koe en het kunstenaarscollectief ZUIDPARK. Samen met Jonas Baeke creëerde hij onlangs de kindervoorstelling Bambiraptor, die werd geselecteerd voor het Theaterfestival (2022).
Naast zijn werk als acteur bouwt Mats een artistieke en kritische schrijfpraktijk uit. Hij is redactielid van tijdschrift voor cultuur en kritiek rekto:verso en schrijft de teksten voor Krapp vzw, zijn theatercollectief met klasgenoten Nona Demey Gallagher en Timo Sterckx. Zijn fascinatie voor het occulte is een rode draad doorheen zijn theaterwerk. Met hun absurdistische tekst voor de voorstelling Through the Looking-Glass (and what we found there) wonnen ze de SABAM Jong Theaterschrijfprijs op Theater aan Zee (2019).
Nona Demey Gallagher (°1995, zij/haar) is theatermaker en studeerde af met een masterdiploma drama aan het KASK, Gent. Ze werkte onder meer samen met Ontroerend Goed (Loopstation), KOPERGIETERY en Beeldsmederij De Maan (plastiekBERTRAND), DE Studio (Dreaming Not Sleeping) en CAMPO / De Koe (In Koor!).
Samen met Mats Vandroogenbroeck en Timo Sterckx vormt ze het theatercollectief Krapp. Ze maakten Through The Looking-Glass (and what we found there) waarmee ze de Theaterschrijfprijs wonnen op Theater Aan Zee #19 en Weird Tales, een feministische horrorfilm op scène over het leven van Mary Shelley. Hierin vertolkte Nona schrijfster Mary Shelley.
Naast theater studeerde Nona ook Vlaamse Gebarentaal aan Doof Vlaanderen en creëerde ze samen met Imke Mol E R O T I C A, een performance waarin ze erotische poëzie van vrouwelijke auteurs omzet in Vlaamse Gebarentaal. Nona regisseert in 2023 De Duivels / Les Diables van Krapp en haar opkomend radicaal-feministisch project Up Your Ass in CAMPO.
Lichaam / Geest
Met zijn bekende stelling ‘Cogito, ergo sum’ — ‘Ik denk, dus ik ben’ — scheidt Frans filosoof René Descartes aan het begin van de 17de eeuw de geest radicaal van het lichaam. Binnen zijn mechanistische filosofie werd de ratio de protagonist en werd het lichaam een gedehumaniseerde machine, vol passies die enkel gecontroleerd en geneutraliseerd konden worden door de rede. Het gedachtegoed dat de rationele geest centraal staat, legitimeerde zowel de macht van God als een onderscheid tussen klassen, rassen en seksen. Net zoals de arbeider en de slaaf was de vrouw een irrationeel wezen dat geestelijk te zwak was om de subversieve passies en humoren onder controle te houden. In een Frankrijk dat geteisterd werd door pest en godsdienstoorlog werd het lichaam zo een politiek instrument om werkkrachten en vrouwen te onderwerpen om de bevolkingsgroei te stimuleren, de kerkelijke macht te versterken en het staatskapitaal te vergroten. Binnen dat idee werden vrouwelijke ziektebeelden, zoals hysterie, veroorzaakt door een ronddwalende uterus; een wild en onbetrouwbaar orgaan dat getemd kon worden via het huwelijk. Kerk en staat voerden strenge regels op rond voortplanting, het huwelijk en contraceptie en de vrouw werd gereduceerd tot een ‘reproductiemachine’. Het vrouwelijk lichaam werd een staatszaak, hun eeuwenoude kennis van de natuur werd geschandaliseerd, in het bijzonder vroedkunde, alternatieve geneeskunde en kruidenkunde.
Heks / Heilige
Doorheen de 16e en 17e eeuw verloren vrouwen vrijwel al hun vrijheden in het maatschappelijke leven. Voornamelijk vrouwen zonder gezin, prostituees, alleenstaande moeders en vroedvrouwen werden gewantrouwd. Steeds sterker doemde het beeld van de heks op, vaak een oude, vereenzaamde vrouw die in armoede of teruggetrokken in de natuur leefde. De heks werd gezien als een promiscue en rebelse vrouw, die tijdens de hedonische heksensabbat copuleerde met de duivel en via een betovering de geest van mannen corrumpeerde en hun autoriteit ondermijnde. De heks werd staatsvijand nummer één, en honderdduizenden vrouwen werden verbrand, opgehangen of gefolterd. Ze werden onder meer veroordeeld voor anticonceptieve magie, sodomie, kindermoord en aanbidding van dieren. Na de piek van de heksenverbrandingen aan het eind van de 17e eeuw veranderde het vrouwbeeld geleidelijk aan. Het prototype van de vrouw als deugdzaam en onschuldig kreeg vorm, een periode die ook wel de naam ‘the century of the saints’ kreeg. Deze heiligverklaringen vielen voornamelijk te beurt aan (religieuze) vrouwen, na een woelige periode van demonisering en hekserij. Een bezeten vrouw doorstond de folteringen van de exorcismes als een vorm van martelaarschap, een nobel offer dat gemaakt moest worden om een heilige status te verwerven. De publieke exorcismes hadden bovendien een voorbeeldfunctie, de absolute macht van de kerk werd gedemonstreerd als een duidelijke overwinning van geloof en zuiverheid over ketterij en rebellie.
Timo Sterckx (°1995) is theatermaker en acteur; hij studeerde Drama aan het KASK in Gent. Na zijn opleiding ging hij meteen aan de slag bij De Roovers alsook bij Louis Janssens en Ferre Marnef voor Toverberg, hun tweede samenwerking na #BOS. Samen met Louis maakte hij eerder ook The Greatest Show On Earth, een voorstelling waarvoor Timo een volledig boek uit het hoofd leerde.
Met Mats Vandroogenbroeck en Nona Demey Gallagher vormt hij Krapp. Ze creëerden Through The Looking Glass (and what we found there), een voorstelling die werd bekroond met de TAZ#19 Theaterschrijfprijs, en nadien Weird Tales. Naast zijn eigen werk speelde hij mee in projecten van Myriam Van Imschoot/Cie De Koe, Theater Malpertuis en Julie Cafmeyer. Met zijn eigen werk werd Timo o.a. vier keer geselecteerd voor Theater Aan Zee. Binnenkort is hij te zien in nieuwe voorstellingen van Bruno Vanden Broecke en WOLF WOLF.
Credits
CONCEPT Mats Vandroogenbroeck, Nona Demey Gallagher, Timo Sterckx (KRAPP) SPEL Mats Vandroogenbroeck, Timo Sterckx, Fleur Perneel, Bastiaan Vandendriessche, Maria Zandvliet, Fiene Zasada, Matthias Van de brul TEKST Mats Vandroogenbroeck REGIE Nona Demey Gallagher DRAMATURGIE Dina Dooreman KOSTUUMS Eleni Ellada Damianou SCHILDERING Emiel Vandekerckhove MUZIEK Lukas De ClerckBEGELEIDING Valentijn Dhaenens LICHTONTWERP & -TECHNIEK Dimi Stuyven GELUIDSONTWERP & -TECHNIEK Bram Moriau TECHNISCHE PRODUCTIE & TONEELMEESTER Lieven Symaeys BOVENTITELING Inge Floré VERTALING Trevor Perri, Anne Vanderschueren PRODUCTIELEIDING Catherine VervaeckeAFFICHEBEELD Anton Claeys SPREIDING Saskia Liénard PRODUCTIE KRAPP & KVS COPRODUCTIE Perpodium, Reiefestival MET DE STEUN VAN De Grote Post, de Belgische Federale Overheid via Cronos Invest