KVS

La cultura es segura: opinie Michael De Cock en Carme Portaceli

Michael De Cock en Carme Portaceli kropen samen in hun pen voor dit opiniestuk dat in De Standaard en Le Soir verscheen. Zij  hopen dat ­theatergezelschappen in heel Europa straks weer aan de slag kunnen. De protocollen en expertise om dat veilig te laten verlopen, zijn er al.

© Tom Bruelemans

We kennen intussen, in heel Europa en in de rest van de wereld, de gruwelijke impact van covid-19 op onze samen­leving. We begrijpen de nood om de zwakkeren in de maatschappij te beschermen en daarom gaan we zo veilig mogelijk met elkaar om. Geen zinnig mens die de maatregelen die dat bevorderen, in twijfel trekt. Dit pleidooi is dan ook op geen enkele manier een vraag voor versoepelingen die de fysieke gezondheid van sommigen onder ons in gevaar brengen.

Dit is wel een pleidooi voor cultuur. Want mensen zijn meer dan een ­lichaam alleen. Mensen hebben ook nood aan psychisch welzijn, en troost, verbindende verhalen en schoonheid. La cultura es segura luidt het in Spanje. De cultuur is veilig. Toen iemand de dichter Federico García Lorca vroeg wat hij nodig zou hebben als hij hongerig was, zei hij: ‘Geef mij geen brood. Maar geef mij een half brood en een boek.’ Hij begreep dat zijn ziel ook voedsel nodig had.

Het is niet de eerste keer dat theaters gesloten zijn. In de Tweede Wereldoorlog waren er tijdelijke sluitingen, net als in de nasleep van terreuraanslagen in enkele Europese steden. Maar dat blijven uitzonderingen. We mogen deze situatie nooit als normaal beschouwen. De maandenlange maatschappelijke coronamalaise die we beleven, weegt op ons allemaal. Mensen zijn coronamoe en depressief. Geen antidepressivum werkt beter dan veilig samenzijn. Wel, wij kunnen dat.

Versnipperde culturele kaart

De inspanningen om ploegen veilig te laten werken en repeteren, om ­publieksstromen te begeleiden en afstand te bewaren in de theaters, zijn er. Net als de plannen om veilig aan cultuurbeleving te kunnen doen. We volgen de regels nauwgezet. Ondertussen is de culturele kaart van Europa erg versnipperd. In een aantal landen en steden zijn de theaters open, in andere zijn ze dicht. Voorlopig zonder enig perspectief. Dat is bijzonder. Moderne schouwburgen zijn in Brussel net zo goed geventileerd als in Porto. En het crowdmanagement in Parijs en Amsterdam moet niet onder doen voor het publieks­beheer in Barcelona, Madrid of Lissabon.

Moderne schouw­burgen zijn in Brussel net zo goed geventi­leerd als in Porto

De corona-aanpak verschilt van land tot land. Cultuur is nochtans overal even essentieel. Daar zijn we alle­maal van overtuigd. Want hoe bekommerd we terecht ook zijn om de fysieke gezondheid van de bevolking, er is ook het mentale welzijn.

We zijn verbonden via Europese netwerken en samenwerkingsverbanden: Between lands, Opéra Europa, Prospero, European Theatre Convention ... Het is in die context dat dit pleidooi tot stand kwam: we vragen op Europees niveau overleg over en visie op wat cultuur is, en wat die in deze uitzonderlijk moeilijke en historische tijden kan betekenen. We vragen dat wie veilig kan werken, ook mag werken. Wij vragen de toelating om onze professionele ­mensen te laten reizen en werken, mits ze alle veiligheidsmaatregelen kunnen volgen en zich constant kunnen laten testen. We vragen verhalen, schoonheid, troost en perspectief. De protocollen zijn er. De expertise om het veilig te doen ook.

Laten we het nooit ‘normaal’ vinden dat theaters gesloten zijn. Hoe moeilijk de situatie ook is, wij zijn klaar om veilig te werken. Omdat theater zo belangrijk is: laat ons weer spelen. Wij bekommeren ons om het publiek, zoals we altijd gedaan hebben.

Laten we in deze moeilijke tijden, waarin we zo snakken naar hoop, de wereld kleuren met de verbeelding die we nodig hebben om te overleven en om mens te blijven.

Mee ondertekend door: Fabrice Murgia (Théâtre national); Peter De Caluwe (De Munt); Milo Rau (NTGent); Serge Rangoni (Théàtre de Liège, Prospero, European Theatre Convention); Guy Cassiers/Maud Van de Velde (Toneelhuis); Chloé Dabert (Comédie De Reims); Wajdi Mouawad (Théâtre National de la Colline, Paris), Giuliano Barbolini (Emilia Romagne Teatro Fondazione); Tiago Rodrigues (Teatro nacional D. Maria II); Alfredo Sanzol (Centro Dramático Nacional Madrid).