Interview met Sachli Gholamalizad
KVS vroeg schrijver en video kunstenaar Maryam K. Hedayat om een interview af te nemen van theatermaker Sachli Gholamalizad. Beide kunstenaars delen heel wat passies, verlangens en een voorliefde voor de Iraanse kunstenaars Forough Farrokhzad en Googoosh. Het stond dan ook in de sterren geschreven dat Hedayat zou meehelpen aan de creatie van Gholamalizads derde voorstelling Let us Believe in the Beginnning of the Cold Season. Als dramaturg, als klankbord en als interviewer.
Vanwaar haalde je de inspiratie voor deze nieuwe voorstelling?
Elk stuk, elk nieuw verhaal ontstaat halverwege het maakproces van het vorige. Dat is logisch, want je zit met heel veel ideeën die je niet kwijt kan in één verhaal. Alles wat je nog wil vertellen, wat je niet verteld krijgt, neem je mee naar een volgende creatie.
Het is bovendien ook iets dat me dagelijks bezighoudt: wat is mijn rol in de maatschappij en hoe wordt die rol geïnterpreteerd door de buitenwereld? Sommige mensen wordt wel een podium aangeboden en anderen niet. En als je een rol krijgt, brengt dat soms ook verwachtingen met zich mee. Spelen we dat spel mee en maken we onszelf daardoor monddood, of durven we bepaalde dingen bloot te leggen, met alle gevolgen van dien?
Mijn positie in de maatschappij als vrouw, en vooral als vrouw van een andere origine, geeft me de voeding om na te denken over die maatschappij en er kritische voorstellingen over te maken.
Hoe ben je bij de Iraanse kunstenaars Forough Farrokhzad en Googoosh terechtgekomen?
Zij zijn naar mij gekomen. Ik heb ze niet per se opgezocht, maar ze maken wel deel uit van mijn culturele bagage. Het voelt dus heel natuurlijk aan om mij voor hen open te stellen en hen in mijn maakproces te betrekken. Het zou zonde zijn als ik de vele referenties uit mijn leefwereld niet zou delen met mijn publiek. Het is hoog tijd om onze zogenaamde canon onder een vergrootglas te houden en bovenal niet te eenzijdig in te vullen.
Wat betekenen die vrouwen voor jou?
Farrokhzad draagt een universaliteit in zich. Haar poëzie zou door iedereen gehoord en gelezen moeten worden. Ze was haar tijd als vrouw, als feminist en als kunstenaar ver vooruit. Zij was één van de voornaamste vernieuwers van de Iraanse poëzie, qua stijl en omwille van de onderwerpen die ze behandelde. Ze weigerde zich neer te leggen bij de opgelegde genderrollen en brak resoluut met de traditie.
Hier ligt vaak te veel focus op een zogenaamde ‘westerse canon’, alsof dat iets is dat vast ligt. Alsof er geen andere verhalen zijn die het verdienen gecanoniseerd te worden. Als je te veel aandacht besteedt aan één deel van de geschiedenis van de wereld, dan ben je in feite een ander deel aan het uitwissen. Ik wil niet dat die delen uitgewist worden, want het gaat daarbij ook over mijn referentiekaders. Mijn canon is breder en inclusiever dan de traditionele westerse canon. Dat wil zeggen dat er plaats is voor zowel Sylvia Plath als Audre Lorde als Forough Farrokhzad. Het is geen of- of-verhaal, maar een en- en-verhaal. Ik verwijder niemand uit mijn canon, maar voeg enkel toe.
Je hebt veel van je onderzoek in het buitenland verricht, wat zocht je daar?
Ik ben onder andere naar Los Angeles gegaan, omdat het een plek is waar heel wat verschillende culturen samenkomen. Ik wilde onderzoeken hoe die samenleven en ervaren hoe mensen zich daar verhouden tot hun eigen en andere culturen. Het was verfrissend om te ontdekken dat mensen daar hun eigen tradities en cultuur behouden en tegelijk de Amerikaanse cultuur omarmen.
Ook daar is het geen of- of-verhaal. Dat missen we hier. Uiteraard valt er heel wat te zeggen over het falen van de American dream, maar tegelijk zijn velen daar opgevoed in een mentaliteit waarin verschillende achtergronden in principe harmonieus zouden kunnen samenleven en een overkoepelende identiteit nastreven. Er lijkt meer openheid te bestaan voor multiculturalisme, wat uiteraard heel utopisch klinkt, maar het is wel voelbaar. De buurten worden bijvoorbeeld minder gelabeld als getto. Hier heb ik het gevoel dat sommige culturen worden weggeveegd uit het centrum en uit de maatschappij. Ze worden als minderwaardig gezien.
Cultuur wordt daar bovendien minder gefolkloriseerd of geëxotiseerd zoals dat hier wel gebeurt. Er is een openheid en flexibiliteit naar andere culturen toe die hier minder zichtbaar is. Zowel sociaal als cultureel is het daar veel minder gesegregeerd dan hier. Argentinië was in dat opzicht ook heel interessant. Ik heb er veel gepraat en gedeeld met collega-makers en ontdekte zo hoe zij hun kunst verzoenen met hun strijd tegen verouderde machtssystemen en het status quo.
Reizen brengt bepaalde vrijheden en inzichten mee. Door te reizen leer je soms beter je eigen cultuur en identiteit kennen. Je toetst je gedachten en ideeën af aan een nieuwe achtergrond, wat maakt dat je sommige ideeën soms herdefinieert of aanpast aan een andere context. Reizen doet je reflecteren over je eigen gebruiken en gedachten. Je leert dat niets absoluut is en dat definities best naargelang de context bekeken worden.
Die denkoefening is zeer belangrijk. Telkens wil ik zo mezelf uitdagen. Zodra je een definitie lijkt gevonden te hebben, kan die gemakkelijk weer onderuitgehaald worden. Dat maakt mensen nederiger, wereldser, meer open.
Er bestaat niet een antwoord op alles. Het is schoon, dat zoeken naar antwoorden, het blijven bouwen, construeren en deconstrueren.
In je voorstelling zit veel muziek verwerkt. Waarom neemt muziek zo een grote ruimte in? Wat betekent het zingen voor je?
Via muziek is het mogelijk om te communiceren over concepten als pijn, verlies, geluk en vreugde met een grote, diverse groep mensen. Muziek kan enorm helend en verbindend werken.
Je kunt niet alles vertellen via woorden, en daarom herleid ik niet graag voorstellingen tot enkel tekst. Gevoelens als ontheemding bijvoorbeeld herken ik in muziek en wil ik ook graag zelf uiten en delen via muziek. Er zit een emotionaliteit in die ik via het acteren alleen niet kwijt kan. Ik wil mijn stem op verschillende manieren gebruiken om verschillende emoties te kunnen benaderen.
Muziek is ook een manier om minder in je hoofd te blijven. Ik wil niet verzanden in ‘het altijd uitleggen’. Ik wil uit de rationaliteit ontsnappen. Er zijn meerdere manieren om verhalen te vertellen. Muziek is een belangrijk deel van mijn wereld, van mijn innerlijke beleving. Het geeft dingen een plek in een andere laag, op een andere frequentie. Het is het toelaten van meerdere lagen om de wereld rondom mij te bevatten en te bevragen. Er is geen ontsnappen aan jezelf of je stem in muziek.
Muziek en zang zijn ook universeel. Doorheen de eeuwen moesten vrouwen hun stem opeisen, in alle culturen en werelddelen. Het zijn tools voor empowerment en bevrijding, om los te komen van dominante structuren. Muziek werd historisch in verschillende vormen gebruikt om kritiek te geven op een maatschappij, die maatschappij uit te dagen en tegelijk een grote groep mensen aan te spreken.
Vandaag hebben we nood aan nieuwe teksten en nieuwe liedjes die weergeven hoe we ons voelen, en die verschillende werelden in zich dragen zoals wij dat doen. Ik wil mijn stem als een tool voor empowerment gebruiken.
Hoe verhoudt dit derde deel van je trilogie zich tot je vroegere werk?
Een idee, een concept, en dus ook een voorstelling, groeit. Net zoals je als mens groeit, bepaalde processen doormaakt en leert uit je fouten en verleden, zo leer je uit je vorige voorstellingen en probeer je nieuwe voorstellingen te maken die belichamen wie je op dat moment bent en waar je voor staat en in gelooft. Ik wil met deze voorstelling maskers in vraag stellen, en mezelf confronteren met de heersende ideologieën en hoe die mij helpen of tegenwerken in mijn leven. Dat betekent dat ik naast de narratieven die mij omringen, ook mijn groeiproces als speler wil onderzoeken en mijn rol als kunstenaar onder de loep wil nemen. Inzichten die je vandaag hebt, zijn misschien niet de inzichten die je binnen een jaar hebt, dus het komt erop aan te durven elke keer weer kritisch naar jezelf en je context te kijken.
Hoe zou je zelf je evolutie als kunstenaar omschrijven?
Als acteur voel ik na zes jaar nog steeds de noodzaak om mijn eerste voorstelling A Reason to Talk te spelen. Dat stuk transformeert me elke keer, omdat het voor verschillende toeschouwers in verschillende landen een andere waarde en invulling krijgt. Als acteur groei ik door de nieuwe invullingen die ik eraan geef. Het ontstijgt mijn eigen verhaal, wordt een verhaal van iedereen en werkt zo verbindend.
Ik heb ook meer vertrouwen in mezelf en ben minder bang om vanuit mijn eigen perspectief te praten. Ik voel dat ik minder te verliezen heb. Daarmee bedoel ik dat ik niet per se iets hoef te betekenen voor eender wie. Ik voel me bevrijd van die nood om geliefd te willen zijn. Door die nood los te laten, ontstaat er ruimte om te kiezen wie je rondom je wil, met welke soort mensen en denkbeelden je jezelf wil voeden. Er ontstaat ruimte om te groeien, jezelf te accepteren. Dat betekent ook dat ik niet meer wil pleasen. Dat zal zich ook uiten in mijn volgende voorstellingen. Ik leer uit mijn ervaringen en creaties en dat geeft me het vertrouwen dat ik nodig heb naar de toekomst toe.
Welke boodschap wil je kwijt met deze voorstelling? Wat wil je dat er bij de mensen blijft hangen?
Dat blijft altijd een moeilijke vraag, omdat de voorstelling nog niet bestaat. Ik kan alleen maar hopen begrepen te worden. Hoewel we als mens elkaar nooit volledig zullen begrijpen wegens de ontoereikendheid van taal. Maar als het me lukt mensen mee te krijgen in mijn denkwereld, kan ik alleen maar heel dankbaar zijn.
Als het stuk mensen aanzet om na te denken, te praten, dingen in vraag te stellen, kunnen we samen groeien en vooruitgaan. Belangrijk is dat we elkaar blijven inspireren en voeden, ook al kijken we anders naar het leven. Ik wil niemand dwingen om van mening te veranderen, ik ben niet geïnteresseerd in propaganda. Als mensen klaar zijn om te luisteren naar mijn verhalen en te kijken naar de dingen die ik aan hen wil tonen, zal ik tevreden zijn.
Ik wil dan ook geen fakeness meer. Ik wil waarachtig leven en die waarachtigheid verwacht ik ook van mijn publiek. De tijden waarin we leven, vragen dat we voorbijgaan aan oppervlakkigheden en maskers en dat we elkaar echt leren kennen als de complexe wezens die we zijn.
Wanneer is de voorstelling voor jou geslaagd?
Het maakproces van deze voorstelling is minstens even belangrijk als het resultaat. Het team waarmee ik heb samengewerkt heeft mij enorm verrijkt en we hebben elkaar goed kunnen aanvullen. Het is zeer vruchtbaar om met mensen samen te werken die enerzijds op dezelfde lijn zitten, maar anderzijds een uniek en ander perspectief kunnen aanbrengen. Op dat punt is de voorstelling alvast geslaagd.
Wat voor mij telt, is dat mijn publiek uit het stuk troost en herkenning kan putten en er inzichten kan uithalen. Ik wil meer doen dan communiceren met mijn publiek; ik wil een verbintenis aangaan. Ik wil hen én mezelf een spiegel voorhouden, een veilige plek creëren waarin we samen tot inzichten kunnen komen. Ik wil mezelf blijven in vraag stellen en durven onzeker en nederig te zijn. Nederigheid betekent niet jezelf klein houden of je mond houden. Nederigheid betekent de moed hebben om te spreken, omdat je wil bijdragen aan de samenleving.
Zwijgen is vaak laf of zelfs narcistisch. Mensen durven zichzelf vaak niet op te offeren uit schrik om bekritiseerd te worden. Daar wil ik aan voorbijgaan door verhalen te vertellen die niet verteld worden, en daardoor vaak niet lijken te bestaan.
Door te vertellen geef ik niet alleen mezelf bestaansrecht, maar probeer ik anderen die niet het privilege hebben gehoord te worden, hoorbaar te maken. Ook dat betekent nederigheid voor mij.