KVS

Focus op de Europese Dramatische Residenties in KVS

Hoe staat het vandaag met het Europese drama? Op welke nieuwe manieren worden verhalen verteld? Wij spraken onlangs met toneelschrijvers Karolis Kaupinis uit Litouwen, Maité Perez uit Spanje en Vedrana Klepica uit Kroatië. Afgelopen zomer brachten zij een week in KVS door, als onderdeel van het European Dramatic Residencies-programma. Deze week bood niet alleen tijd om hun artistieke praktijk te verdiepen, maar ook om in dialoog te treden met Brussel, het artistieke team van KVS en uiteraard met elkaar.

Het European Dramatic Residencies-programma is een samenwerking tussen KVS in Brussel, het Centro Dramático Nacional in Madrid, Z/K/M - Zagreb Youth Theatre, het Lietuvos Nacionalinis Dramos Teatras in Vilnius en het Gorki Theater in Berlijn. Het programma ondersteunt toneelschrijvers uit heel Europa. De geselecteerde makers verbleven een week in respectievelijk Berlijn, Brussel, Madrid en Vilnius.

Karolis Kaupinis

Waar werk je momenteel aan?

Eén van de dingen die me het meest fascineren in theater is de unieke beleving van tijd. Theater is vergankelijk, anders dan andere kunstvormen. Ik schrijf momenteel een stuk waarin mensen zowel in het verleden als in de toekomst leven, maar niet in het heden kunnen zijn. Het zal waarschijnlijk gelinkt zijn aan de Litouwse geschiedenis en de geschiedenis van het Litouwse theater. Mijn idee is een mockumentaire te maken over een legendarische theatervoorstelling die in werkelijkheid nooit heeft plaatsgevonden.

Hoe passen de residenties binnen jouw werk als toneelschrijver?

Aangezien ik oorspronkelijk niet uit de theaterwereld kom, heb ik de residenties in Madrid, Brussel en Berlijn vooral gebruikt om inzicht te krijgen in wat er in het theater speelt binnen deze landen en om urgente maatschappelijke kwesties binnen hun maatschappijen te verkennen. Politieke kunst is niet echt mijn ding, maar ik merk dat veel theater toch politiek geladen is. Mijn tijd in Brussel heeft dat idee bevestigd. Dat helpt me mijn plek te vinden in deze wereld.

Wat vind je van de huidige staat van toneelschrijven in Europa?

De deconstructie van narratieven in theater maakt het moeilijker om verhalen te vertellen. Andere kunstvormen, zoals literatuur of cinema, lijken daar beter geschikt voor. In de voorstellingen die mij het meest raken, is tekst vaak ondergeschikt en zou die los daarvan weinig betekenen: ze zijn dus meer regie-gericht. Het begin is altijd de visie van de auteur, niet de tekst van de schrijver.

Daarom lees ik veel klassieke stukken om te begrijpen hoe ik vandaag voor theater kan schrijven zonder dat het achterhaald raakt. Ik wil regisseurs de vrijheid geven, maar er toch voor zorgen dat het verhaal makkelijk opnieuw kan worden verteld. Dat is belangrijk, want verhalen geven ons houvast in een wereld die steeds chaotischer wordt door de algoritmische willekeurigheid van sociale media.

Over Karolis Kaupinis

Karolis Kaupinis (1987) uit Vilnius, Litouwen, studeerde Politieke Wetenschappen en werkte als buitenlandredacteur bij de Litouwse nationale omroep. Later legde hij zich toe op film- en theaterregie, schrijven en cureren. Hij doceert aan de Litouwse Academie voor Muziek en Theater.

 

Vedrana Klepica

Waar werk je momenteel aan?

Een project waar ik al een tijdje mee in mijn hoofd zit, en dat rond het concept ‘thuis’ draait, zowel op filosofisch als economisch vlak. Ik wilde mezelf afvragen wat ons ‘erbij’ doet voelen op een bepaalde plek of ons het gevoel geeft dat we het recht hebben om er te zijn. Met in het achterhoofd de invloed van hypercommercialisatie van vastgoed, lokale en internationale politiek en toerisme op onze band met deze plekken, gebouwen en de geschiedenis die ze in zich dragen. Waarom is een ‘thuis’ in de meest concrete zin geen basismensenrecht, maar onderworpen aan een zeer complexe set van invloeden gelinkt aan privilege, politiek en klasse? Hoe vullen we al deze gebouwen en structuren rond ons in? Maken we er optimaal gebruik van? Het is een van de belangrijkste vragen waarmee we te maken krijgen in de 21ste eeuw. Mijn stuk is een meta-verhaal over mensen die met exact deze vragen worstelen.  

Hoe heeft de residentie in Brussel jouw proces beïnvloed?

Het fijne aan deze residentie is dat wij als schrijvers ook echt de tijd hadden om onze ideeën te conceptualiseren en ze te bespreken met het team van elk gasttheater. Ik wou de residentie gebruiken om aan veldonderzoek te doen, met activisten, journalisten, huurdersorganisaties, … te praten, up-to-date en accuraat materiaal te verzamelen en dat alles in de realiteit van al deze plaatsen in te bedden. Ik leerde veel bij over de specifieke sociopolitieke context in Brussel en hoe die situatie de bewoners treft. Ik had een zeer productieve week bij KVS, niet alleen door de research maar ook door met het theaterteam te praten, zoals met Dina Dooreman, dramaturg bij KVS, en door brainstorms met mijn mederesidenten Karolis en Maite.

Wat vind je van de staat van toneelschrijven in Europa?

Toneelschrijvers zijn een zeer specifiek genre binnen het schrijverschap, en voor mij op hun best wanneer ze nauw betrokken zijn bij theater als medium, zowel als praktisanten die mee bij de repetities zitten of gewoon mensen die snappen hoe de mechanismen ineenzitten. Theater kent zoveel startpunten: van tekst over visueel materiaal, beweging, enz. maar het belang van hedendaagse performanceteksten is onvervangbaar in de maatschappij.

Het is een graadmeter voor het sociale en politieke moment waarin we leven. We beschikken over fantastische schrijvers in Europa, maar het probleem is dat ze vaak als buitenstaanders worden gezien in het theater. Ze schrijven iets en af en toe wordt het dan ook daadwerkelijk opgevoerd. Dit zou niet zo mogen zijn. Ik denk dat het erg belangrijk is voor schrijvers om deel uit te maken van een ondersteunend ontwikkelingsprogramma. Goede stukken verdienen steun en tijd om verder te ontwikkelen, net zoals regisseurs, choreografen en artiesten plaats en middelen verdienen om te werken.

Programma’s zoals dit residentietraject zijn ook goed voor de theaters, omdat zij schrijvers willen vinden die resoneren met hun programma, thematieken en estethiek. Dus ik sta echt volledig achter deze residentie en meen dat elk van de partners geweldig werk geleverd hebben en begrijpen wat schrijvers echt nodig hebben van hen. Ik wil specifiek mijn theater ZKM in Kroatië vermelden. Zij hebben altijd al een progressief repertoire nagestreefd – maar het is waarschijnlijk het eerste theater in Kroatië om een programma op dergelijk niveau aan schrijvers aan te bieden. Ik ben er bovendien van overtuigd dat het finaal vooral het publiek ten goede komt dat dit materiaal gecreëerd wordt.

Over Vedrana Klepica

Vedrana werkt als schrijver en regisseur en richt zich voornamelijk op thema’s als klasse en privilege. Haar werk wordt beïnvloed door een interdisciplinaire aanpak waarbij ze zowel documentair als fictief materiaal gebruikt. Haar stukken worden opgevoerd op kleine en grote podia in Kroatië en daarbuiten – VK, Australië, Argentinië, Chili, Oostenrijk, Portugal, Servië, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Liechtenstein. Haar werk omvat o.a. J.A.T.O, To Fuck Because We Want To, The Tragic Death of the Economic Analyst, The Whistle-blower, Prairie Oysters, Our class, Lepa Brena Project, Instructions for understanding multiannual plants, Keinberg, Mileva en Things That Burn Easily. Haar werk werd vertaald naar het Engels, Frans, Duits, Pools en Spaans.

 

Maité Perez Astorga

Vertel ons over het project waaraan je momenteel werkt

Bij het bedenken van mijn werk Europa catacrack wilde ik schrijven over de Europese crisis en de persoonlijke crisis van een oude man. Aan het einde van zijn leven ziet hij hoe het Europese project waarin hij zo geloofde – het Europa van solidariteit en open grenzen – niet is wat hij droomde, terwijl ondertussen ook zijn eigen geest erop achteruitgaat. Ik wilde schrijven over sociaal en persoonlijk verval en dacht na over wat er gebeurt wanneer alle structuur wegvalt.

Het stuk vertelt over een familie: een vader, zijn dochter (Europa genaamd) en zijn kleinzoon. De dochter worstelt met de gebreken van de welvaartsmaatschappij. Ze kan niet ‘aanwezig’ zijn in haar leven en verliest de grip op haar zoon. Zij is degene die instort terwijl haar vader niet veel kan doen om haar te helpen.

De Europese crisis is een humanitaire crisis. Ik geloof dat we enkel zaken kunnen veranderen door niet alleen op onze sociale verantwoordelijkheid maar ook op onze individuele verantwoordelijkheidszin een beroep te doen. Hoe gaan we samenwerken voor een groter goed, dat Europa overstijgt? Hoe kunnen we voor de wereld zorgen als we niet voor onszelf kunnen zorgen? Om onze kinderen te zien voor wie ze echt zijn, niet als het beeld dat we van hen voor ogen hebben.

Het beeld van de ‘scheur’ staat centraal in dit stuk: een breuk die pijnlijk is, maar ook ruimte biedt voor evolutie. Het werk gaat over leven en dood en over het verlangen naar transcendentie.

Hoe past de residentie in jouw proces?

Ik schrijf dit werk vanuit een heel intuïtieve plek in mezelf. Maandenlang heb ik getracht om niet meteen structuur te zoeken, noch een locatie waar het zich afspeelt. Ik liet mezelf daarintegen toe om beelden neer te schrijven die bij me opkwamen in relatie tot bepaalde thema’s, en losse scènes gebaseerd op die beelden. Ik bleef zeer trouw aan deze ‘visioenen’ en omarmde ze zonder enig oordeel. Ik schreef veel zonder echt te begrijpen wat ik neerschreef, en met een diep respect voor het creatieve proces. Het was alsof ik me inbeeldde dat het werk al ergens anders gemaakt was en dat ik, om het naar hier te kunnen brengen, alleen moest luisteren, zonder angst of controledrang.

Door deze houding kon ik me makkelijk aanpassen aan m’n omgeving, en zo was elke residentie erg inspirerend. In Madrid ontdekte ik het zaadje voor de creatie en in Brussel zette ik de volgende stap: ik vond de toon voor het stuk.

Ik schreef hier onverwacht heel gekke scènes, erg surrealistisch, en ik begreep niet meteen hoe ik die aan het verhaal van de vader, de dochter en de kleinzoon zou linken. Terwijl ik door de stad wandelde, zag ik plots overal schilderijen van surrealistische schilders. Ik volgde ze alsof het broodkruimels in een bos waren en ze leidden me naar de Magritte tentoonstelling in het Magritte huis. Ik ging er binnen en ontdekte tot mijn verrukking dat de expo naast schilderijen vol met quotes van de schilder hing. Het was alsof hij tegen me aan het praten was, bijna als een persoonlijke gids. Want het is zoals hij zei: surrealisme duikt op wanneer de realiteit zo eng wordt dat je die moet overstijgen. Sindsdien is het voor mij veel duidelijker hoe ik het surrealistische deel binnen de familiegeschiedenis moet omarmen.

Ook de gesprekken met Dina Dooreman, Kathy Van den Bossche en mijn mede-residenten Karolis en Vedrana hielpen me mijn ideeën verder te ontwikkelen, en om de Europese ervaring los van mijn ervaring ervan in mijn land te begrijpen. En doordat ik vergezeld was door mijn vader en zoon werd ik geïnspireerd om na te denken over de collectieve ervaringen van personages.

Wat vind je van de staat van toneelschrijven in Europa?

Ik weet niet exact hoe de Europese dramaturgie in het algemeen evolueert. Maar in Londen, Berlijn en Brussel lijkt er een duidelijk engagement te zijn om hedendaagse nationale dramaturgie te promoten.

In Spanje bevinden we ons op een gunstig moment: verschillende theaters programmeren hedendaags drama, wat toneelschrijvers perspectief biedt. Artiesten bekleden een unieke positie om vernieuwende visies op de wereld te brengen, omdat ze diepgaande banden aangaan met en reflecteren op de essentie van onze tijd. Toch kunnen toneelschrijvers vaak niet leven van hun werk en moeten veel van ons het combineren met andere jobs, zoals televisie etc. Dit beperkt de productie van nieuwe teksten. Toch merk ik dat veel auteurs kritisch schrijven en op zoek gaan naar nieuwe vertelvormen.

Over Maité Perez Astorga

Maité studeerde Audiovisuele Communicatie aan de Universiteit van Navarra, Film en TV scriptwriting aan de Pontificale Universiteit van Salamanca en ze volgde de Hedendaagse Toneelregie workshop van Carlos Tuñón aan Umbral de Primavera. Ze jongleert tussen theater en televisie als screenwriter, toneelschrijver, regie-assistent en coach. In 2022 was ze een van de twaalf finalisten voor de CDN beurzen voor toneelschrijvers ( Residencias Dramáticas). In 2023 werd ze geselecteerd voor het isLABentura laboratorium met haar langspeelfilm Una suicida en Mafasca, waarmee ze ook de CIMA Award en de MUSIC LIBRARY award voor beste langspeelfilm won. In 2024 werd ze door CDN geselecteerd voor de Europese Drama Residentie Beurs.

Voor theater schreef ze de stukken El bosque despierta, Lejos (samen met Javier Albalá), Sahara (een productie van het Fisahara Festival), en De algún tiempo a esta parte … Fracaso? Dat laatste stuk ging in première in Teatro Español, onder haar regie. Ze regisseerde, eveneens voor Teatro Español, de gedramatiseerde lezing van Bárbara, een stuk van Benito Pérez Galdós, in een bewerking van Lucía Carballal. Ze was geassocieerde regisseur van de musical Billy Elliot in Barcelona en de resident regisseur in Madrid. Ze regisseerde en bewerkte Dos más dos samen met David Serrano en Olga Iglesias en Los miércoles no existen. Als regie-assistent werkte ze o.a. met Sergio Peris Mencheta, Daniel Veronese, Claudio Tolcachir en David Serrano.

Binnen het audiovisuele domein schreef ze voor twaalf nationale en internationale fictiereeksen en co-regisseerde ze een aantal afleveringen van Luimelia, een reeks waarvoor ze ook coach was.