Pitcho over The Light That Never Goes Out
Tijdens The Light That Never Goes Out laat KVS telkens tien bezoekers plaatsnemen in haar lege schouwburg. Elke twintig minuten neemt een andere artiest plaats op het podium en brengt zijn/haar/hun performance onder het licht van de servante. Een intieme en unieke ervaring met onder andere Pitcho Womba Konga.
Wat betekent het voor jou om alleen op het podium te staan, en dat voor zo’n intiem publiek?
“Voor mij is zo’n rechtstreeks contact met het publiek een voorrecht. De intimiteit zal afhangen van hetgeen ik wil delen met het publiek. En uiteraard speel je ook op een andere manier voor een kleine groep.
Ik heb vaak al het gevoel gehad dat het makkelijker is om voor een publiek van duizend mensen te spelen dan voor tien personen.
Misschien omdat hoe meer volk er is, hoe minder je individuen onderscheidt. Het publiek wordt één, het vormt een eenheid. Het is bijna alsof de massa van ogen één enkel oog wordt, het oog van de storm. Binnen de meteorologie is het oog van de storm, in tegenstelling tot wat men vaak denkt, een zone van vredige stilte. Het is de plaats die het minst impact ondervindt van alle turbulentie eromheen. Misschien daarom ook dat ik het gevoel heb minder moeite te moeten doen hoe groter het publiek is. Daarnaast speelt er ook een verschil in intensiteit, aangezien de energie van de artiest gedeeld en verspreid wordt over een kleiner aantal mensen.”
Kan je al iets vertellen over wat je ons zult tonen?
“Vanuit mijn parcours als rapper en urban dichter, zijn woord en muziek essentiële elementen binnen mijn artistieke aanpak. Ik denk dat ik dus een mix van tekst en muzikale ondersteuning zal brengen. Ik neem het publiek mee op een poëtische reis aan de hand van enkele teksten uit L’expérience Pi, een project dat ik normaal samen met de muzikanten van het ensemble Musiques Nouvelles speel. Dit zal een speciale editie worden aangezien ik alleen vergezeld van mijn teksten op het podium zal staan.”
Kende jij het concept van de servante?
“Ja, het is het kleine lichtje dat je in alle theaters terugvindt en dat altijd brandt, zelfs wanneer er niemand is. Het is alsof de scène nooit slaapt, ze vormt een veilige haven, altijd paraat om artiesten en publiek te verwelkomen.”
Jij maakt als één van de artiesten tijdens The Light That Never Goes Out je opwachting. Waarom zegde je toe toen men je vroeg om deel te nemen?
“Ik ben van nature een optimist, dus toen ik een aantal maanden geleden gevraagd werd voor dit project ging ik ervan uit dat de corona-maatregelen vandaag slechts een herinnering aan een slechte droom zouden zijn. Het leek me interessant om het scenario van een kleine scène met een beperkt publiek te verkennen. Naarmate de tijd verstreek en de situatie maar weinig veranderde, is dit event voor mij een noodzaak geworden. Een manier om me levend te blijven voelen, want voor mij is leven de kans krijgen om te doen wat je graag doet en connectie te maken met de mensen om je heen. Ik hoop dat ik dit moment kan aangrijpen om een soort vacuüm te creëren voor mezelf en het publiek, waarin we de maskers even vergeten en samen een concreet moment van hoop beleven.”