Op dinsdag 22 maart 2016 werd België het slachtoffer van terrorisme op grote schaal. Zelfmoordterroristen lieten op de luchthaven van Zaventem twee bommen ontploffen, en ook in de metro van Brussel was er een explosie. Bij de aanslagen vielen 35 doden en 340 gewonden. De daders waren teruggekeerde Syriëstrijders van terreurgroep IS. Ze gebruikten spijkerbommen om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. De terroristencel was gelinkt aan de aanslagen in Parijs van november 2015. ‘Ons land wordt geconfronteerd met een zware beproeving,’ zei premier Charles Michel. Uit medeleven werden de Brandenburger Tor in Berlijn en het Paleis op de Dam in Amsterdam tijdelijk in de Belgische driekleur gehuld.
In de trilogie The Sorrows of Belgium zoomt regisseur Luk Perceval in op donkere passages uit de Belgische geschiedenis. In Black ging het over de exploitatie van Congo onder Leopold II. In Yellow keerden we terug naar de jaren 1930-40, toen overal in Europa het fascisme de kop opstak en een deel van de Belgische bevolking collaboreerde met de Duitse bezetter. In het derde en laatste deel gaat het over geweld in het midden van de samenleving: een aanslag in de Belgische hoofdstad, nog niet zo lang geleden. Met elke band van de driekleur komt de geschiedenis dus dichter bij het heden. En zoals in de eerste delen vertelt Perceval ook dit verhaal via uiteenlopende getuigenissen.
Welke verhaallijnen kruisen elkaar in Red? Er is de ondervraging van Ibrahim, de verwarde vader van een terrorist. Er zijn de vurige brieven van Nour, een meisje dat naar Syrië vertrekt omwille van de liefde en daar bevalt van een dochter. Het zijn slechts enkele stemmen in een koor dat grotendeels bestaat uit innerlijke monologen. Veeleer dan een reconstructie van de feiten wordt Red zo een studie van geweld: wat gaat er vooraf aan een terroristische aanslag? Welke narratieven zijn dominant, en al zeker in de media? Op welke gewelddadige grond is het westen gebouwd, generatie na generatie? Het vraagstuk is complexer dan de berichtgeving doet vermoeden. Ook op het politieke front moeten er keuzes worden gemaakt: hoe gaat de samenleving om met de kinderen van IS-strijders, die in kampen in Syrië verblijven? Worden zij gerepatrieerd, of niet? Of worden zij anders, met de woorden van premier Alexander De Croo, “de terroristen van morgen”? Kan de mensheid zich zuiveren van geweld?
In Red vinden meerdere verhaallijnen uit de trilogie elkaar terug. Hoe ons privéleven en onze familiegeschiedenis altijd verbonden zijn met onze politieke overtuiging – rechtstreeks en onrechtstreeks, bewust en onbewust. Hoe racisme en nationalisme nog steeds resoneren in de echokamers van het eigen grote gelijk. Hoe percepties in stand worden gehouden, ook om economische redenen, en hoe iedereen zich een weg zoekt door een mistbank van meningen. Het decor: een geexplodeerde stad. Een specifieke context waarin alles op scherp wordt gezet.